Reekalveren en reeën

Reekalveren

 

Reekalveren worden geboren in de periode half april tot eind juni.

Het moederdier en haar kalfjes zijn niet de gehele dag bij elkaar, maar moeder houdt vanaf enige afstand haar kroost wel in de gaten. Meestal zal het groeiproces van het kalfje probleemloos verlopen, maar er kan ook veel misgaan.

 

Het moederdier kan sterven, meestal als verkeersslachtoffer en dan blijven de kalveren zonder verzorging en leiding achter.

Loslopende honden kunnen een kalfje tegen komen. Een ontmoeting tussen een hond en reekalf loopt meestal niet goed af.

In de maaitijd (half mei tot half juli) lopen op veel plaatsen vrijwilligers onder deskundige en ervaren leiding eerst door de te maaien percelen heen, om het dood maaien of verminken van reekalveren te voorkomen. Dat is specialistisch werk!

Als deze zorg niet aan de percelen, waarin reewild voorkomt, wordt besteed, dan worden jaarlijks vele reekalveren verpulverd in de cyclomaaier.

 

In het dichtbevolkte Nederland, waar de recreant steeds vaker de vrije natuur intrekt, kan het voorkomen, dat men plotseling oog in oog met een reekalf staat.

 

LAAT HET MET RUST, RAAK HET NIET AAN, NEEM HET NIET MEE. 

 

Het meenemen en in bezit hebben van reeën is STRAFBAAR. 

Daarvoor moet men een speciale ontheffing hebben van het Ministerie.

 

Alleen als het zeker is dat het kalfje door de moeder is verlaten (bv. omdat de moedergeit  dood is), moet dit reekalf zo snel mogelijk naar een reeënopvangcentrum worden gebracht.

 

Volwassen reeën

 

Volwassen reeën kunnen worden aangereden in het verkeer. 

Het kan gebeuren dat ze in het water terecht komen en er niet op eigen kracht uit kunnen komen. Denk hierbij aan kanalen met een hoog talud. Ze kunnen bv. ook verstrikt raken in hekken en afrasteringen.

 

Bij een aanrijding met dieren dient U altijd 0900-8844 te bellen.

 

De  brandweer heeft per regio een protocol voor te water geraakte dieren en kan een ree uit het water halen. 

(Dit protocol kan per regio verschillend zijn) De brandweer kan ook helpen bij het bevrijden van reeën  uit hekwerken en afrasteringen.

 

Een ree dat uit het water is gehaald, kan vaak meteen weer in vrijheid worden gesteld, tenzij er sprake is van onderkoeling. Bij onderkoeling, als de water temperatuur 10° graden Celsius of minder is en het ree LANGER dan 15 tot 20 min in het water is geweest, dient het ree, als het uit het water is gehaald, naar het dichtstbijzijnde reeënopvangcentrum gebracht te worden. 

 

Laat het ree niet gelijk weer vrij in de directe omgeving van het water, de kans is dan erg groot dat het ree er even later weer uitgehaald moet worden. Geef het ree weer de vrijheid op enkele kilometers van het water.

 

Bij verwondingen moet beoordeeld worden of een bezoek aan een dierenarts en / of transport naar een opvangcentrum noodzakelijk is.

 

Soms is euthanasie de enige mogelijke weg. Het kan ook voorkomen, dat de verwondingen zo licht zijn dat het ree onmiddellijk weer vrijgelaten kan worden.